School voor praktijkonderwijs, VMBO-LWOO en Internationale Schakelklas

VMBO

Het VMBO op SG WJ Bladergroen is ingericht voor leerlingen die baat hebben bij intensieve ondersteuning en begeleiding.  Het gaat om kwetsbare leerlingen waarvoor een plaatsing op een reguliere VMBO-school, direct na de basisschool, nog geen optie is. Na de eerste twee jaar wordt bekeken of de leerlingen uitstromen naar een reguliere school, het voortgezet speciaal onderwijs of blijven binnen onze eigen bovenbouw op SG W.J. Bladergroen.  

Het vmbo heeft de afgelopen jaren niet stilgestaan. Naast de uitgebreide ondersteuning die de leerlingen krijgen heeft het vmbo zich ontwikkelt in onderwijsvernieuwing. Door in het lesprogramma gebruik te maken van activerende didactiek; het toepassen van verschillende (interactieve) werkvormen, samenwerkend leren en werken in projecten worden leerlingen actief betrokken bij het leerproces. De motivatie en betrokkenheid worden hierdoor vergroot. Een onderdeel van de didactiek is het formatief handelen. Het formatief handelen helpt de docent en de leerling bij het verzamelen van feedback gedurende het leerproces met o.a. als doel het bepalen waar een leerling staat ten opzichte van het leerdoel. 

Om de leerlingen voor te bereiden op de digitale wereld waarin wij leven wordt in het lesprogramma gebruik gemaakt van verschillende digitale tools.  

LOB en Keuzevakken 

Waar ben ik goed in en waar liggen mijn interesses? Dit zijn vragen waar pubers niet altijd een antwoord op weten. Om de leerlingen te stimuleren bij het ontdekken van hun talenten en kennis te laten maken met verschillende interessegebieden bieden wij in de onderbouw keuzevakken. De leerlingen kiezen per jaar 2 keer een keuzevak waarin zij zich verder willen oriënteren. 

Het vak Lob (Loopbaanoriëntatie en -begeleiding) speelt hierbij een belangrijke rol. Het helpt de leerlingen bij het maken van bewuste keuzes voor hun vervolgopleiding en toekomstige loopbaan.  

PPO 

Om de leerlingen te ondersteunen bij het maken van een bewuste profielkeuze in de bovenbouw (3e en 4e jaar) wordt in het 2e leerjaar het vak PPO (Praktische Profiel Oriëntatie) gegeven. Door middel van praktische opdrachten en projecten maken de leerlingen kennis met de verschillende profielen die in de regio in de bovenbouw worden aangeboden. Dit stelt de leerlingen in staat om te ontdekken waar hun interesses en talenten liggen en worden zij voorbereidt op een succesvolle overgang naar de bovenbouw en later een vervolgopleiding. 

Stage 

Door middel van stages, gastlessen en bezoeken aan bedrijven krijgen leerlingen de kans om praktijkervaring op te doen en een beter beeld te krijgen van verschillende beroepen en sectoren. 

Magister 

Magister is niet alleen bedoeld voor het bekijken van het rooster of het zien welke cijfers zijn behaald. Ouders kunnen ook het verzuim van hun kind bekijken/volgen en zien wat het huiswerk is. Magister wordt ook gebruikt om bepaalde opdrachten op te geven. Deze opdrachten kunnen thuis gemaakt worden en via Magister weer ingeleverd worden. 

Voor een specifieke groep leerlingen van onze school die in aanmerking komt voor verlengde ondersteuning, is er de mogelijkheid om binnen WJB een basis- of kaderdiploma te halen, binnen het profiel Dienstverlening & Producten. 

Op SG W.J. Bladergroen wordt onderwijs verzorgd in kleinere klassen. De individuele leerbehoefte van de leerling staat bij ons centraal. De onderbouw werkt aan verbetering van het onderwijsrendement in een doorlopende leerlijn met de bovenbouw (leerjaar 3 en 4).  

Samen met ouders/verzorgers en de leerling wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld, waarin doelen op didactisch en sociaal-emotioneel gebied omschreven worden.  

Toetsing en overgang 

De leerlingen in de onderbouw krijgen twee keer per jaar een officieel rapport. Ouders/verzorgers hebben tussentijds op ieder moment zelf toegang tot de cijfers via Magister, met een eigen inlogcode. Wanneer de prestaties of het gedrag van een leerling daartoe aanleiding geven, neemt de mentor ook tussentijds contact op met de ouders. Ouders/verzorgers kunnen altijd zelf tussentijds een gesprek met de mentor of vakdocent aanvragen.  

Naar aanleiding van de rapportbesprekingen kan een leerling worden verplicht om na schooltijd onder begeleiding van een docent te werken aan één of meerdere taken. De mentor stelt de ouders/verzorgers en de leerling hiervan op de hoogte  

Voor elk vak wordt het voortschrijdend gemiddelde berekend over alle cijfers die gedurende het hele schooljaar worden behaald. Dit cijfer wordt rekenkunde afgerond op één decimaal. 

Naast deze eindcijfers maken we ook gebruik van de afronding van deze eindcijfers op een heel getal. Die worden aangeduid met de term ‘afgeronde eindcijfers’. Zowel de eindcijfers als de afgeronde eindcijfers worden op het rapport vermeld.  

Met nadruk wordt erop gewezen dat als er een eis wordt gesteld aan een eindcijfer, dat altijd in één decimaal nauwkeurig moet worden opgevat. Dus als een eindcijfer tenminste 4,0 moet zijn, is 3,9 niet genoeg. 

Bevorderingsbesluit onderbouw 

De normen worden toegepast op de eindcijfers die de leerling heeft behaald voor elk vak dat gedurende het schooljaar is gevolgd en dat een eindbeoordeling in de vorm van een cijfer kent. 

Voor elk vak bestaat dit eindcijfer uit het voortschrijdend gemiddelde, rekenkundig afgerond op één decimaal. Deze eindcijfers worden vervolgens afgerond op een geheel getal. Zowel de eindcijfers als de afgeronde eindcijfers worden op het rapport vermeld. 

Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 

Bevordering naar leerjaar 2 vindt plaats als; 

  • De som van de eindcijfers voor Nederlands, Engels en wiskunde tenminste 17,0 bedraagt; 
  • het laagste eindcijfer niet lager is dan een 4,0; 
  • de leerling bij de afgeronde eindcijfers maximaal 2 tekortpunten (dus 2x 5 of 1x4) heeft en een compensatiepunt (7 of hoger) voor een ander vak. 
  • het vak lob minimaal een voldoende is 

Bespreken 

Een leerling wordt besproken bij 3 tekortpunten 

Met een 2/3 meerderheid van de aanwezige vakdocenten wordt besloten over het vervolg. Elk persoon heeft daarbij 1 stem. 

Van kader naar basis 

De docentenvergadering kan besluiten om een kader-leerling die afgewezen is te bevorderen naar het tweede leerjaar op basis-niveau.  

Van basis naar kader 

Bevordering op een hoger niveau vindt plaats als; 

  • De som van de eindcijfers voor Nederlands, Engels, wiskunde, mens en maatschappij, biologie en natuur- en scheikunde tenminste 45,0 bedraagt met als laagste eindcijfer een 7,0. 
  • bij de cijfers van de overige vakken allemaal voldoende (6 of hoger) zijn; 
  • de resultaten op het tweede rapport minimaal gelijk zijn aan die van het eerste rapport. De resultaten mogen niet verslechteren; 
  • resultaten van externe testen zoals de JIJ toetsen zullen ook gebruikt worden bij het vaststellen van het uiteindelijke oordeel.  

Van leerjaar 2 naar leerjaar 3 

 Bevordering naar leerjaar 2 vindt plaats als 

  • De som van de eindcijfers voor Nederlands, Engels en wiskunde tenminste 17,0 bedraagt; 
  • het laagste eindcijfer niet lager is dan een 4,0; 
  • de leerling bij de afgeronde eindcijfers maximaal 2 tekortpunten (dus 2x 5 of 1x4) heeft en een compensatiepunt (7 of hoger) voor een ander vak. 
  • het vak PPO minimaal een voldoende is 

Bespreken 

Een leerling wordt besproken bij 3 tekortpunten 

Met een 2/3 meerderheid van de aanwezige vakdocenten wordt besloten over het vervolg. Elk persoon heeft daarbij 1 stem.  

Van kader naar basis 

De docentenvergadering kan besluiten om een kader-leerling die afgewezen is te bevorderen naar het tweede leerjaar op basis-niveau.  

Van basis naar kader 

Bevordering op een hoger niveau vindt plaats als; 

  • De som van de eindcijfers voor Nederlands, Engels, wiskunde, mens en maatschappij, biologie en natuur- en scheikunde tenminste 45,0 bedraagt met als laagste eindcijfer een 7,0. 
  • bij de cijfers van de overige vakken allemaal voldoende (6 of hoger) zijn; 
  • de resultaten op het tweede rapport minimaal gelijk zijn aan die van het eerste rapport. De resultaten mogen niet verslechteren; 
  • resultaten van externe testen zoals de JIJ toetsen zullen ook gebruikt worden bij het vaststellen van het uiteindelijke oordeel.  
VMBO bovenbouw  

Er is een mogelijkheid voor een specifieke doelgroep leerlingen van onze school (leerlingen die in aanmerking komen voor ons verlengde zorg) een vmbo basis- of kaderdiploma te halen op SG. W.J. Bladergroen. Dit gebeurt middels een onderwijsprogramma dat verzorgd wordt binnen onze school.  

 Het gaat om leerlingen waarvan is vastgesteld dat ons verlengde zorg noodzakelijk geacht wordt om een vmbo-diploma te kunnen halen. Dat vaststellen gebeurt door het zorgteam en, in het geval van een B-arrangement, door de toelatingscommissie. Het advies van het docententeam aan het zorgteam is van groot belang. Uiteraard moet die leerling een overgangsrapport hebben van klas 2 naar klas 3. Daarnaast moet, in overleg met en na goedkeuring van de ouders, in het OPP het uitstroomprofiel SG W.J. Bladergroen bovenbouw VMBO zijn opgenomen. 

 Jaarlijks zal niet meer dan één klas (14- 16 leerlingen) in ons eigen derde leerjaar kunnen instromen. Wij bieden één profiel aan, het profiel Dienstverlening en Producten. Dit is het meest brede profiel binnen het VMBO. Hiermee kunnen we een smallere keuze uitstellen. Alle vervolgmogelijkheden binnen het MBO blijven op deze manier open. 

Halverwege leerjaar 2 wordt er een informatieavond gehouden voor ouder(s)/verzorger(s) van die leerlingen waarvan wij denken (mede vanuit de MOL-gesprekken) dat ze in aanmerking komen voor ons verlengde zorg. Op dat moment zijn de laatste ontwikkelingen en mogelijkheden van de leerling ook pas bij ons bekend. Op voorhand kan er dus niet aangemeld worden. Het is en blijft afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling.  

Studiekeuze of vervolgloopbaan 

Afhankelijk van capaciteiten, motivatie, en de geleverde prestaties zet een leerling in de bovenbouw van het VMBO zijn studie voort in: 

  • de basisberoepsgerichte leerweg; 
  • de kaderberoepsgerichte leerweg; 
  • de nieuwe leerweg 

De leerwegen sluiten aan op de niveaus van de opleidingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO). De bovenbouw van het VMBO leidt nog niet op voor een beroep. De leerlingen worden voorbereid op het vervolgonderwijs. De leerling wordt bij zijn studiekeuze begeleid door de docenten PSO (Praktische Sector Oriëntatie) en door de mentor van het tweede leerjaar. In het tweede leerjaar wordt uitgebreid stilgestaan bij de overstapmogelijkheden naar het derde leerjaar. Dit gebeurt tijdens de LOB lessen en tijdens de mentorlessen. Ook tijdens de MOL-gesprekken en de ouderavond in het tweede leerjaar komt dit aan bod.  

Stage leerjaar drie en vier 

De Beroeps Oriënterende Stage (BOS) is een examenonderdeel van het VMBO. 

De leerlingen dienen zowel in leerjaar drie als in leerjaar vier stage te lopen. 

Wij hopen dat de stages bijdragen aan het kiezen van een studierichting en daarbij een passende vervolgopleiding. De leerlingen zijn daarom ook vrij om zelf een stageplek te zoeken. 

De stages gaan van start zodra er een kennismakingsgesprek heeft plaatsgevonden. Hier is altijd een stagebegeleider bij aanwezig. Vervolgens dient er een stagecontract te worden ondertekenend, zodat de leerlingen tijdens de stage verzekerd zijn. In de eerste week van de stage wordt er vanuit school contact opgenomen met het stagebedrijf om te informeren hoe de stage verloopt. In de tweede week zal er een eindgesprek plaatsvinden. Ook hier zal de stagebegeleider bij aanwezig zijn. 

De stage van leerjaar drie start dinsdag 14 mei en eindigt op vrijdag 24 mei 2024. 

De leerlingen dienen in twee weken tijd in totaal 56 uur stage te lopen. 

De stage van leerjaar vier start maandag 6 november en eindigt op vrijdag 17 november 2023. 

Ook voor deze leerlingen geldt dat zij in twee weken tijd in totaal 70 uur stage moeten lopen.  

Bevorderingsbesluit bovenbouw (van leerjaar 3 naar 4) 

De leerling is bevorderd naar leerjaar 4 basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg wanneer alle PTA-onderdelen uit leerjaar 3 zijn afgerond en er is voldaan aan de volgende voorwaarden: 

Bij de afgeronde eindcijfers aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 

  • Alle cijfers een 6 of hoger; of 
  • eén 5 en alle andere cijfers een 6 of hoger; of 
  • eén 4 en alle andere cijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger; of 
  • tweemaal een 5 en alle andere cijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger; 
  • Het eindcijfer voor het keuzevak minimaal een 4,0 is; 
  • Het gemiddelde cijfer Nederlands minimaal een 5,0 is; 
  • De vakken die meegaan naar het 4e leerjaar een gemiddelde hebben van 5,5 of hoger; 
  • Het eindgemiddelde voor de vakken CKV, lichamelijke opvoeding en LOB minimaal een ‘voldoende’ is;  

Een leerling die niet aan alle bovenstaande voorwaarden voldoet, wordt besproken. 

De leerling wordt (nog) niet bevorderd 

Een leerling wordt besproken wanneer: 

  • Het cijfer Nederlands  lager is dan een 5 of 
  • bij 3 tekortpunten of 
  • het gemiddelde cijfer van de vakken die meegaan naar leerjaar 4 is lager dan een 5.5 of 
  • niet alle handelingsdelen zijn (voldoende) afgerond. 

  Met een 2/3 meerderheid van de aanwezige vakdocenten van de leerling wordt besloten over het vervolg. Elk persoon heeft daarbij 1 stem.