Data meeloopmiddagen en het open huis
Vrijdagochtend op de ISK. Het is pauze en tijd voor koffie en praatjes. Rand komt binnen en trakteert ons allemaal op zoete koekjes bij de koffie. Zij gaat straks met haar leerlingen een lied oefenen voor de laatste dag van het schooljaar.
Rand kan mooi zingen. Zij heeft altijd gezongen, op school in Damascus, als lerares Engels in Saoedi-Arabië. Toen de oorlog in Syrië uitbrak, kon zij niet meer terug. Nu zingt zij in Purmerend, waar zij Engels geeft aan leerlingen uit alle delen van de wereld. Ik neem een gitaar mee naar school en zo komt het dat wij op vrijdagmiddag, na de lessen het Arabische songbook doen met liedjes van Rhima Keich of Dorsaf Hammami, om een paar sterren te noemen.
Rand wordt geïnspireerd door het Soefisme, een mystieke traditie met veel aandacht voor het spirituele en aandacht voor het individue. Waarbij het vooral gaat om het vinden van je eigen pad en om tolerantie voor andere mensen. Ik vraag Rand wat het Soefisme voor haar betekent en zij lacht haar Soefi-glimlach en zegt ‘liefde voor God en de mensen’. Daar moet ik het mee doen.
Nou ja, ik hoef het ook niet uitgelegd te krijgen, ik maak het wel mee in de persoon van Rand, die letterlijk ‘vreugde brengt in mijn hart’, om mij ook eens in Soefi-termen uit te drukken.
Bijvoorbeeld als zij op vrijdagochtend stralend de koffiekamer van de ISK binnen stapt, waar ik nog enigszins verward, boven zwarte koffie de dag die komt zit aan te staren. Voor Rand is elke dag een nieuwe dag om blij mee te zijn.
Manal komt ook uit Syrië, uit Alleppo, om precies te zijn, de naam van een stad, waar ik vroeger nog nooit van had gehoord, maar die ik heb leren kennen door de beelden van de oorlog in het acht uur journaal. Ook door het zien van de documentaire ‘For Sama’ van de burgerjournalist Waad Al-Kateab die haar man filmt, Hamza Al Kateab, een van de weinige doktoren die nog in Aleppo is achtergebleven in de catacomben van een onderaards noodhospitaal. Als videobrief aan haar vijfjarige dochtertje Sama, geboren in de oorlog.
Aangrijpend en ongelooflijk, de moed en de volharding van sommige mensen om door te gaan en zelfs een kind te nemen.
Manal geeft rekenen en wiskunde op de ISK. Zij is sinds drie jaar in Nederland. Ik leer haar wat beter kennen tijdens het uitje van de ISK aan het einde van het schooljaar. We gaan roeien in het Ilpervelt en Rand en Manal stappen bij mij in de boot, omdat zij in mij het prototype van de Hollandse Kapitein Rob zien, denk ik. Ik protesteer voor de vorm, maar Rand zegt ‘Jawel jij
bent onze kapitein’ en daarmee wordt een tamelijk ouderwetse snaar geraakt in deze polderjongen, die ondanks alle emancipatie nog steeds gevoelig is voor vrouwelijk schoon dat haar lot in zijn handen legt, ook al is het in een roeibootje bij windkracht 2 en mooi zomerweer.
Zo komt het dat ik stoer aan de riemen trek en de rietkragen en blauwe reigers aan ons voorbij schuiven en Manal vertelt over Aleppo. Zij was wiskundelerares en directrice van een basisschool, tot de oorlog kwam en de Russische bommen vielen. De school ging dicht, maar Manal ging bij de kinderen thuis langs om onderwijs te
geven en zij ontwikkelde ook lesmateriaal dat geschikt is voor thuisonderwijs in de oorlog in Aleppo. Ten slotte is zij weg gegaan met haar man en kinderen en nu geeft zij les aan de ISK. Zij gaat naar de Hogeschool van Amsterdam om haar onderwijsbevoegdheid te halen voor het Nederlandse onderwijs. Bijzonder ik hoop dat men daar ook haar Aleppo-lessen eens bekijkt en
waardeert.
Rand is dol op muziek en Manal op lezen. Als er iets te vieren is op de ISK zorgen zij voor de muziek en de hapjes en dat het ook echt een feestje wordt. Na de Ramadan gaan we met zijn allen op dieet.