VMBO - LWOO,
Praktijkonderwijs &
Int. Schakelklas
Het Praktijkonderwijs heeft de opdracht om haar leerlingen voor te bereiden op een zelfstandige deelname aan de maatschappij. We werken samen met onze leerlingen aan een loopbaan voor het leven, waarin zelfstandig wonen, zinvolle vrijetijdsbesteding, burgerschap en een plaats op de arbeidsmarkt centraal staan. Daarom kijken we als eerste naar wat een leerling kan en wil. Samen werken we toe naar een passende werkomgeving of vervolgopleiding.
In ons onderwijsconcept leren wij onze leerlingen om zelf keuzes te maken en zelfverantwoordelijkheid te nemen. Het Praktijkonderwijs is voor sommige leerlingen eindonderwijs. Na vier of vijf jaar kan een leerling het Praktijkonderwijs afronden met een diploma Praktijkonderwijs. Een groot deel van deze leerlingen stroomt door naar onze interne Entreeopleiding. Dit traject kan 1 of 2 jaar beslaan. Gedurende de schoolloopbaan is er soms ook gelegenheid tot het behalen van een branche-certificaat, VCA-diploma of heftruckcertificaat, afhankelijk van sectorkeuze.
In het Praktijkonderwijs kunnen we verschillende fases onderscheiden:
Onderbouw: leerjaar 1 en 2
De onderbouw wordt gekenmerkt door een eerste oriëntatie op de vijf verschillende sectoren, namelijk horeca, plant en dier, handel en verkoop, zorg en welzijn. En een onderwijsaanbod dat gericht is op algemene praktische vaardigheden (zelfredzaamheid). Leerlingen maken kennis met interne stages en groepsstages.
Bovenbouw: leerjaar 3
De leerling kiest voor een mogelijke beroepssector. Er vindt een verdere oriëntatie plaats op persoonlijke interesse, capaciteiten en inzet van de leerling. Leerlingen maken ook kennis met beroepsvaardigheden door individuele stages en branchecertificaten.
Het doel van het derde leerjaar is:
Bovenbouw: leerjaar 4 en/of 5
Leerlingen kiezen hun definitieve sector en gaan twee dagen in de week naar een stageadres. De stages vinden plaats in het vakgebied waar de competenties en interesses van de leerling liggen. De leerling wordt gericht begeleid op het verwerven van een arbeidsplaats en het behouden daarvan. Het leren van sociale vaardigheden vormt een essentieel onderdeel hierbij. Aan het eind van de bovenbouw ronden de leerlingen de praktijkschool af met een diploma voor Praktijkonderwijs.
Praktijkonderwijs is in principe eindonderwijs. Voor leerlingen die daar de motivatie en de capaciteiten voor hebben, kan er op SG W.J. Bladergroen aansluitend op het Praktijkonderwijs een Entree-opleiding (MBO1) worden gevolgd. Deze opleiding wordt in samenwerking met een erkend examenbureau verzorgd. Dit traject kan afgesloten worden met een Entree-diploma.
In alle leerjaren is huiswerk een onderdeel van het schoolprogramma. Leerlingen leren om te plannen en te organiseren. Daarnaast is een belangrijke doelstelling van huiswerk maken om het niveau van taal en rekenen te verbeteren. Ouders/verzorgers kunnen hieraan bijdragen door hun kind hierbij te steunen. Op het Praktijkonderwijs proberen wij het huiswerk zoveel mogelijk in digitale vorm aan te bieden.
In het Praktijkonderwijs staat de loopbaan van de leerling centraal. We streven naar onderwijs op maat. Een leerling kan soms langer over een onder- of bovenbouw doen. Op het praktijkonderwijs meten we de voortgang van een leerling aan de hand van de JIJ- toetsen. Deze meten de voortgang op het gebied van Nederlands en Rekenen ten opzichte van de referentieniveaus.
Bladergroen biedt in samenwerking met ORGB (een sociaal opleidingsinstituut) de opleiding Entree aan. Binnen deze opleiding zijn er negen profielen. Het profiel waarvoor de leerling kiest moet passen bij de stage BPV
Wat moet de leerling (deelnemer) ervoor doen?
Je volgt theorie- en praktijklessen via school. Zo ontwikkel je praktische vaardigheden in je werkomgeving. Naast de praktische leervakken is er aandacht voor de Nederlandse taal, maar ook voor rekenen, LB (Loopbaan en Burgerschap) en een keuzedeel. Ook stel je een portfolio samen waaruit blijkt welke vaardigheden en kennis je je eigen hebt gemaakt tijdens de opleiding.
Beroepspraktijkvorming
In deze Entree opleiding ga je minimaal 16 uur per week stagelopen bij een erkend leerbedrijf. Daarnaast ga je drie dagen per week naar school, om je theorielessen te volgen. In de opleiding dien je minimaal 640 praktijkuren per opleidingsjaar te maken en ga je 360 uur naar school voor je theorielessen.
Examen
Het examen bestaat uit verschillende onderdelen:
In januari wordt een Bindend Studieadvies gegeven.
Bij toelating tot het Praktijkonderwijs stelt de school op basis van de onderzoeksgegevens en de informatie van de vorige school het voorlopige Ontwikkelingsperspectief (OPP) op. Het OPP leidt tot een uitstroomperspectief. Dit kan zijn: leren (niveau 2), leren/werken (niveau 1), werken of anders. Binnen zes weken na de start van het schooljaar bespreken school, leerling en ouders/verzorgers het voorstel en komen tot gezamenlijke vaststelling. Het OPP met uitstroomperspectief wordt geëvalueerd tijdens de MOL-gesprekken (Mentor - Ouder/verzorger - Leerling)
Profijt is de digitale leeromgeving van het Praktijkonderwijs. In deze digitale leeromgeving staat ook het IOP van de leerlingen. Leerlingen ontvangen hun leeropdrachten van de docenten, ze kunnen bij de opdrachten bewijzen plaatsen. De opdrachten worden door leerlingen en docenten gewaardeerd en vervolgens afgerond. Afgeronde opdrachten worden geplaatst in het IOP/portfolio.
De leerlingen uit leerjaar twee starten aan het begin van het schooljaar met de interne stage en eindigen met de groepsstages. Zij zijn hier tot het einde van het schooljaar wekelijks vier lesuren (in totaal drie uur) aanwezig. Het doel is om de leerlingen praktische vaardigheden aan te leren. Het gaat hier om vaardigheden die je moet beheersen als je zelfstandig gaat wonen. Daarnaast is het doel van de interne stage en de groepsstages om de leerlingen werknemersvaardigheden aan te leren, zoals op tijd komen, beleefd zijn en opdrachten kunnen uitvoeren. Deze vaardigheden zijn van groot belang als de leerlingen extern stage gaan lopen.
De leerlingen uit leerjaar drie starten aan het begin van het schooljaar met de externe stage. Zij starten met de beroepsoriënterende stages waar zij één dag per week naartoe gaan. De insteek is dat de leerlingen bij drie verschillende bedrijven gaan stagelopen zodat zij zoveel mogelijk werkervaring opdoen. Daarnaast draagt dit bij aan de beroepsoriëntatie.
De leerlingen van de bovenbouw (leerjaar vier/vijf) starten aan het begin van het schooljaar met de externe stage. Zij lopen twee dagen per week stage. De insteek is dat de leerlingen gedurende het hele schooljaar bij één bedrijf stagelopen.
De leerlingen stromen veelal door naar de entree-opleiding die wij op school aanbieden. Er zijn echter ook elk jaar leerlingen die aan het werk gaan of zich bij een andere school aanmelden. Tevens is het mogelijk dat de leerlingen naar dagbesteding uitstromen.
De leerlingen van de entree starten aan het begin van het schooljaar met de externe stage. Zij lopen twee á drie dagen per week stage. De insteek is dat de leerlingen gedurende het hele schooljaar bij één bedrijf stagelopen.
De leerlingen stromen na dit schooljaar met name uit naar werk of een niveau 2 opleiding. Wij willen de leerlingen met zoveel mogelijk kennis en kunde laten uitstromen. Daarom bieden wij extra onderdelen aan, zoals het halen van een VCA of een heftruckcertificaat.
Aan het diploma Praktijkonderwijs worden eisen gesteld, waardoor het zowel voor de leerling als de omgeving waarde krijgt en maatschappelijk relevant is. De volgende doelen moeten behaald zijn op aan het examen deel te nemen:
Leerlingen die in de loop van het schooljaar 18 jaar worden
De leerlingen die 18 jaar worden gedurende het schooljaar dienen een aantal zaken rekening te houden:
Het ESF is het belangrijkste Europese instrument om werkgelegenheid te ondersteunen, mensen aan beter werk te helpen en te zorgen voor eerlijkere arbeidskansen voor alle EU-burgers. De jaarlijkse ESF-financiering van 10 miljard euro verbetert de kansen van miljoenen Europeanen, met name van hen die moeilijk werk vinden.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft laten weten dat het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en Praktijkonderwijs (PRO) voor het schooljaar 2023-2024 en de jaren erna weer kan rekenen op ESF-subsidie voor arbeidstoeleiding van leerlingen.
SG W.J. Bladergroen investeert de extra ESF-middelen in arbeidstoeleiding en duurzame arbeidsintegratie van de eigen leerlingen vanaf het tweede leerjaar. De ESF-middelen worden gebruikt om de aansluiting met de regionale arbeidsmarkt blijvend te verbeteren met passende praktijkvakken, brancheopleidingen en intensieve stagebegeleiding